Michiel de Ruyter

‘Ja, we komen weer met z’n allen’ 

“Het is groot voordeel dat we met zes opleidingsbedrijven in de bouw en techniek gezamenlijk de voorlichting op middelbare scholen verzorgen. Het is voor de scholen
overzichtelijker en gemakkelijker dat we het nu vanuit #vakkingvet organiseren.
Ze hoeven nu niet de afzonderlijke opleidingsbedrijven en individuele bedrijven
te benaderen. Straks begint het circus van de voorlichtingsavonden weer op de
scholen en ik hoor nu al veel kanten de vraag: jullie komen toch gezamenlijk?  En dan kan ik gelukkig zeggen: ja hoor, we komen weer met z’n allen.”

Dat zegt Michiel de Ruyter, voorzitter van #vakkingvet, een samenwerkingsverband
van zes opleidingsbedrijven:

• Installatiewerk (elektro- en installatietechniek)
• Bouwmensen (bouw en afwerking)
• Schilders Vakopleiding Nuenen (schilderen en onderhoud)
• NOA opleidingsbedrijf (afbouw)
• BosMTI Opleidingen en Vakacademy (meubel- en timmerindustrie, interieurbouw)
• Brainport Industries College (metaal en mechatronica)

De zes verzorgen vakopleidingen en werven studenten voor de bbl-opleidingen (mbo) in deze branches. Ze richten zich daarbij vooral op vmbo-leerlingen in de profielen PIE (produceren, installeren en producten) en BWI (bouwen, wonen en interieur). “Door samenwerking kunnen we meer”, vertelt Michiel. “Het is belangrijk dat we leerlingen en ouders kunnen laten zien dat de combinatie van werken en leren heel veel mogelijkheden biedt. We kunnen onszelf nu veel beter profileren, omdat we dankzij de samenwerking over meer middelen en contacten beschikken. En we ontzorgen zowel het onderwijs als het bedrijfsleven ermee.”

Sommige bedrijven bekeken het initiatief eerst een beetje argwanend, omdat ze in zekere zin natuurlijk ook concurrenten zijn die in dezelfde (en vaak steeds kleinere) vijver vissen. Michiel de Ruyter: “Maar men zag er al snel de voordelen van in. We kunnen met elkaar meer slagkracht ontwikkelen. Alle zes komen we nu op plekken waar we eerder soms niet present waren. En sowieso is er natuurlijk wel een roep om de techniek en het vakonderwijs breed te positioneren.”

Moeilijk kiezen

Belangrijk  is ook dat de beroepen goed in beeld komen bij de leerlingen, eerder dan de
opleidingen. #vakkingvet was dan ook graag aanwezig op de Beroependag voor de
vmbo-3 scholieren van Yuverta Eindhoven, Olympia Eindhoven en Nuenens College,
op 20 oktober. “En daarom staan we ook op onderwijsbeurzen, komen we zoveel
mogelijk naar voorlichtingsavonden of markten op scholen. We willen het praktijkleren zoveel mogelijk gezicht geven. Er zijn voldoende opleidingsplaatsen bij de bedrijven. Maar het blijft moeilijk kiezen voor vmbo-scholieren en hun ouders. Er komt zoveel op ze af: al vrij snel een profiel kiezen, daarna beslissen of ze doorgaan naar bijvoorbeeld de havo en of het mbo, en als ze voor het mbo kiezen dan nog weer tussen bol of bbl. Daarnaast zijn er nog weer heel veel onderwijsaanbieders. Ook daarom is het belangrijk dat wij in de techniek onze krachten bundelen en de leerlingen kennis laten maken met
meerdere mogelijkheden. Zodat ze kunnen kiezen wat bij hen past. Daarom moeten
we elkaar als vakopleidingen vasthouden en naar elkaar verwijzen in plaats van
onder elkaars duiven schieten.”

Praktijk

Praktijk laten zien, dat is het motto van #vakkingvet. Naast het gezamenlijk optreden op
de scholen, hebben ze ook elk hun eigen middelen om de leerlingen kennis te
laten maken met de bedrijven. Zo heeft Brainport Industries College binnenkort de
Tech Events (voorheen doe-avonden) bij een flink aantal aangesloten bedrijven
en de andere vakopleiders hebben open avonden op hun locaties. “We merken dat
een kennismaking in de bedrijven heel veel doet. Daar krijgen ze toch het beste
beroepsbeeld.”

“We moeten gezamenlijk ook meer werk maken van leerlingen op vmbo-t en havo. Daar
zit nog veel potentieel, maar we komen daar als vakopleidingen toch niet zo makkelijk binnen. Terwijl ook daar natuurlijk leerlingen zitten voor wie een combinatie van werken en leren een goede optie is. We zoeken daarnaast nog manieren om ouders wat beter te bereiken, want zij zijn – zeker de moeders – vaak meer met de toekomst van hun kinderen bezig. En bij de 350 à 400 bedrijven die we met elkaar vertegenwoordigen, zijn heel veel carrièremogelijkheden.”