CONNIE DEN BOER
‘Positieve benadering werkt vaak beter’
“Het is bij de begeleiding van deze leerlingen belangrijk om elkaar te zien en te spreken buiten de klas en het klaslokaal om. In de klas kan de leerling onder groepsdruk soms negatief of onverschillig gedrag laten zien. Dat kan dan weer een negatieve reactie bij de docent opleveren. Ik probeer de leerling positief te benaderen en het beeld wat om te draaien. Je leert elkaar kennen op een meer open manier. We maken eigenlijk een nieuwe start, uitgaande van de vragen: wie ben jij en waar liggen jouw kwaliteiten?”
Doorstroomcoach Connie den Boer van het Commanderij College merkt dat leerlingen die benadering zonder al te veel vaststaande oordelen prettig vinden. “Dan zet je een gezamenlijk traject in en stimuleert de leerling steeds om een volgende stap te zetten.” Daarnaast kijken de doorstroomcoaches naar het ‘totale plaatje’, zegt Connie. “Ook het thuisfront is belangrijk. We hebben toestemming gevraagd aan de ouders om extra begeleiding te mogen bieden en met hun kind aan de slag te gaan.”
Thuisfront
Naast keuzeproblematiek of onzekerheid is onvoldoende steun van het thuisfront vaak een van de knelpunten voor de leerlingen die voor doorstroombegeleiding worden aangemeld. “Dat kan verschillende redenen hebben. Ouders zijn soms niet in staat hun kind te ondersteunen omdat ze de taal onvoldoende spreken en daardoor ook de benodigde informatie missen. Of door een scheiding hebben ze het veel te druk met andere zaken, waardoor de leerling er toch een beetje alleen voor staat. Dan is het stukje steun dat wij kunnen bieden heel belangrijk.”
“Natuurlijk zijn er leerlingen die niet weten wat ze willen en sommigen interesseert dat ook niet echt, lijkt het. Maar er zijn ook leerlingen die wel weten wat ze willen, maar heel erg opzien tegen de overstap naar het mbo. Dan is de aanmelding soms al bijna rond, maar ze willen toch heel even geholpen worden. Dan helpt het vaak al als ze een keer kunnen kijken of de mensen van het mbo een keer zien”, vertelt Connie den Boer. Daar helpt het dat de vmbo-doorstroomcoach is gekoppeld aan een mbo-coach. “Zij hebben de contacten en weten de weg. Dan kom je wat gemakkelijker en sneller bij de juiste persoon in dat grote netwerk. Die mbo-doorstroomcoach kan gemakkelijker regelen dat een vmbo-leerling eens gaat kijken op een opleiding. Dat kan nu helaas wat minder in coronatijd, maar de behoefte is er wel. Alles gaat nu via Teams. Op zich zijn ze daar wel handig in, maar zelf een keer gaan kijken, dat biedt toch meer.”
Persoonlijke benadering
De persoonlijke benadering staat voorop in alles wat de doorstroomcoaches doen. Connie: “Het zijn leerlingen die toch vaak achteraan in de rij staan. Nu gaat het echt even om hem of haar, dat helpt al een beetje. En we werken toekomstgericht: wat wil je en wat is er mogelijk? Soms zegt een leerling: ‘dit of dat zou ik het liefste willen, maar dat is toch niet haalbaar’. We gaan dan toch even kijken: waarom zou dat niet haalbaar zijn? En wat zou je kunnen doen om wel die kant op te gaan? Dat geeft dan al vertrouwen.”
Connie is afkomstig uit het sociaal-cultureel werk en werkt al 15 jaar als docent zorg
en welzijn in het vmbo. “Bij ons verzorgde de decaan eerst de
doorstroombegeleiding, maar dat werd voor haar toch te veel. Omdat ik ook
LOB-schoolcoach ben, werkte ik al veel samen met de decaan, dus ik was al bezig
met begeleiding van individuele leerlingen. Deze taak sloot daar mooi op aan en
die heb ik met enthousiasme opgepakt. Toch kom ik wel dingen tegen die me
verbazen. Ik denk bij sommige leerlingen wel: hoe is het mogelijk dat jij dit
allemaal alleen moet doen? Ik vind dat soms confronterend, dat ouders hun
kinderen soms zo laten zwemmen.”
Samenwerking
De samenwerking met de twee mbo-doorstroomcoaches waaraan ze is gekoppeld (een van De Leygraaf en een van ROC Ter AA) loopt prima. “We bespreken elke week of tweewekelijks de leerlingen die we begeleiden. Als de leerling eenmaal is overgestapt naar het mbo, loopt de begeleiding nog door tot december, dus we houden contact. Indien nodig kan er dan nog extra begeleiding worden bijgeschakeld. Als we alle stappen goed doen – en daar worden we steeds beter in – dan hebben we het behoorlijk in beeld, denk ik. De decaan houdt ook de vinger aan de pols: als zij ziet dat er in mei toch nog leerlingen niet aangemeld zijn, dan stuurt ze nog even een mail naar de ouders. En natuurlijk zijn er altijd leerlingen die er op het mbo alsnog achterkomen dat ze een verkeerde keus hebben gemaakt. Dat hoop je wel zoveel mogelijk voor te zijn door het hele LOB-traject goed te doen. Daar besteden we als school veel aandacht aan.”